Evenwicht in je gezin en je relatie
Je eerste kindje beïnvloedt jullie koppelrelatie. En ook met de komst van ieder volgende kind verandert de dynamiek in jullie gezin opnieuw. Vergelijk het met een muziekmobieltje dat je boven een wieg hangt. Als je er een figuurtje bij aanhangt, gaat hij schuin hangen, en draait hij vierkant. Als je alle figuurtjes een beetje herschikt, komt er weer evenwicht.
Krijg of heb je een kind met een handicap in je gezin? Dan lijkt het evenwicht totaal zoek. Vooral in het begin is het een serieuze uitdaging om de balans te vinden en te behouden. We geven je graag een paar tips en getuigenissen van ouders.
Evenwicht in je relatie
Ouder zijn én partners blijven vraagt wel wat werk als je kinderen hebt. Als je een kind met een handicap hebt, kan het soms een heuse uitdaging zijn. De zorg voor je kind met een handicap kan heel wat stress meebrengen: een tanend sociaal leven, minder vrije tijd, financiële uitdagingen, meer zorgen en onzekerheid. Hoe zorg je ervoor dat je relatie niet onder druk komt te staan? Enkele hulpmiddeltjes:
- Geef elkaar een schouderklopje – Als ouders investeren je vaak veel in de zorg voor je kind, en het goed laten draaien van je gezin. Dit is niet altijd even gemakkelijk. Geef elkaar hiervoor erkenning, of probeer soms voor even wat taken van de ander over te nemen.
- Maak tijd voor elkaar – Plan tijd voor jullie als koppel in. Neem de tijd voor een gesprek als de kinderen slapen. Misschien willen de grootouders of tante en oom wel eens enkele uren oppassen op je kind(eren), zodat jullie er even met z’n tweetjes tussenuit kunnen. Vrije tijd, eventjes tijd voor jezelf of elkaar maken, geeft je als ouder de kans om je batterijen op te laden.
- Wissel elkaar af – Zorg voor een takenverdeling die jullie ligt. Probeer elkaar soms even vrij te geven.
- Zorg voor opvang – Zorg voor ademruimte als het wat veel wordt, en maak ook eens gebruik van de opvangmogelijkheden als kortverblijf of dagopvang.
- Blijf communiceren – Niet altijd eenvoudig, maar blijven praten over wat je dwars zit, of wat je anders zou willen zien, maar ook over je vreugdes en verdriet blijkt toch dé sleutel om samen dit ouderschap te blijven aangaan.
- Hou oog op wat goed loopt. – Dankbaarheid is een krachtige aanstuwer van geluk, blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Som voor jezelf en voor elkaar rgelmatig op waarvoor je dankbaar bent.
- Focus op mogelijkheden, vooruitgang en talenten. Kijk naar wat je kind met handicap (al) wel kan, en concentreer je minder op wat hij of zij (nog) niet kan. Vier elk stapje in zijn ontwikkeling, hoe klein ook. Fijn is om deze zienswijze door te trekken naar je andere kinderen, en misschien zelfs naar elkaar: ieder van jullie evolueert, en wil daarin gezien worden.
- Niet achteruit, en zeker niet te ver vooruit kijken. Terugdenken over hoe je het anders zou gedaan hebben, of blijven piekeren over wat fout liep heeft geen zin. Ook te ver vooruit kijken is zinloos. Neem het gewoon een dag per keer. Probeer wél een nieuw korteteermijnperspectief te zien: kleine stapjes.
# Getuigenis – ‘Er is ook een fierheid gekomen. We zijn samen trots op wie Luka is en wordt én op hoe wij als ouders evolueren. ‘Vader van Luka’ werd een deel van mijn identiteit. Luka kleurde zeker ook onze partnerrelatie. Het is moeilijk te vatten welke invloed juist. Maar zeker ook een bepaalde positieve druk. We vonden elkaar in moeilijke momenten, steunden elkaar. Zij verplichtte ons ook om ‘samen sterk’ te zijn en samen voor haar te zorgen.’ Patrick, de papa van Luka – Uit: Ouderschap onder druk (Erik De Belie en Geert Van Hove)
Evenwicht in je gezin
De handicap van je kind staat zo vaak in het middelpunt van je gezin dat er soms weinig tijd en energie lijkt over te blijven voor je andere kinderen. Dat realiseren veel ouders van een kind met een handicap zich maar al te goed. Vaak voelen ze zich daar schuldig over – ook al doen ze hun best om ook de broers en zussen (‘brussen’) van hun kind met een handicap aandacht te geven. Hoe zorg je ervoor dat je andere kinderen de aandacht krijgen waar ze recht op hebben?
Brussen van een kind met een handicap zien in de eerste plaats hun broer of zus en dan pas de handicap. Toch stelt een brus zich vaak vragen of maakt hij of zij zich wel eens zorgen. Waarom heeft mijn zus een handicap?Waarom gedraagt hij/zij zich zo vreemd? Hoe kan ik hem/haar helpen? Wie zorgt er voor broer als jullie er niet meer zijn? Hoe zullen mijn vrienden reageren, hoe vertel ik het hen?
Enkele tips die we van ouders hoorden, delen we graag met jou.
- Verdeel en heers – Als koppel je aandacht en de zorg verdelen, werkt. Dagelijks of af en toe. Vader die eens alleen met de brussen gaat wandelen, moeder die eens een dagje gaat shoppen met haar dochters. Plan – zo mogelijk – ook eens gezinstijd in zonder je kind met een handicap. Dat klinkt hard, maar het geeft jullie de kans om de batterijen op te laden en er samen tegen aan te gaan.
- Open spreken over de handicap – Toets af en toe of de brussen vragen of bezorgdheden hebben, en beantwoord ze rustig. Probeer een uitnodigende sfeer te creëren zodat je kinderen voelen dat zij mogen vragen en zeggen wat ze kwijt willen. Anderzijds willen kinderen het niet altijd over de handicap van hun broer of zus hebben, en willen ze liever een gewoon gezin zijn. De gouden regel: alleen als je kind aangeeft er nood aan te hebben, praat je erover.
- Vraag wat ze nodig hebben – Meer tijd met mama? Een keertje op stap met papa? Verjaardagsfeestje zonder de broer of zus met handicap in de buurt? Of tips over hoe om te gaan met mensen die staren of botte dingen zeggen?
- Laten ventileren bij een derde – Soms kan een tante, huisvirend of een hulpverlener, een leerkracht een veiligere vertrouwenspersoon. Want onbewust willen brussen hun ouders toch sparen. Bij een vertrouwde derde partij kunnen ze misschien makkelijker hun ei kwijt. Toets dit met je kind af, en schakel die persoon in.
- Boos of jaloers zijn is oké – Geef ook ruimte voor negatieve gevoelens. Brussen kunnen ook wel eens boosheid voelen. Dan is het goed om hen te tonen dat het oké is om hun broer en zus of hun ouders eens te verwensen … dat is normaal tussen broers en zussen.
- Geef een schouderklopje – Brussen hebben nood aan erkenning en begrip. Zeg soms eens dat je weet dat het niet altijd gemakkelijk is voor hen. Of geef hen een complimentje voor iets waar ze goed in zijn, of wat ze goed deden.
- Luister naar hun opmerkingen– Soms houden je kinderen je een spiegel voor: ‘waarom moet mijn broer de tafel niet afruimen, dat zou hij toch kunnen?’ Kan je kind met handicap klusjes in huis doen? Bekijk dan hoe je dat als gezin samen stap voor stap aanpakt. Betrek je andere kinderen erbij.
- Vrije tijd – De handicap van een broer of zus is altijd aanwezig in het leven van een brus, al dan niet op de voorgrond. Soms willen zij ook even niet de ‘broer of zus van … ‘ zijn. Een sport- of jeugdvereniging geeft brussen de ruimte om onbezorgd kind zijn.
- Samen leuke dingen doen – Stel jezelf toffe dingen in het vooruitzicht – op korte en lange termijn. Plan samen dingen in die je graag met je partner, met je andere kind(eren) en als gezin wil doen. En houd je hier ook aan. Zo heb je iets om naar uit te kijken, en is de kans kleiner dat jij je te zeer laat opslorpen door zorgen en dagelijkse beslommeringen.
- Samen spelen – Brussen, zeker jonge brussen, willen gewoon samen leuke dingen doen met hun broer of zus met een handicap: samen spelen, samen leren, … Betrek je brussen bij de zorg, of de spelmomenten met je kind. Informeer hen zo goed mogelijk. Leer hen de nodige vaardigheden aan om leuk met hun broer/zus met een handicap om te gaan.
- Praten over later – je netwerk organiseren – Heb je een kleine familie, of is je netwerk net te mager? Dan kan het zijn dat de brus zich zorgen maakt over later. Een goed idee is om samen te bekijken wie er allemaal kan helpen om je kind met handicap op te vangen – nu én later. Lus vzw helpt je bij het aanmaken van zo een netwerk.
#Getuigenis – ‘We proberen onze aandacht te verdelen over al onze kinderen. Zo ben ik na schooltijd alleen bezig met de andere kinderen, begeleid ik hun huiswerk. Wout moet dan alleen spelen. Tijdens het weekend gaat mijn man af en toe met onze drie groten alleen op stap. Dan krijgen ze alle aandacht. Vake en moeke zijn er nu eenmaal niet alleen voor Wout. Er bestaat geen scenario dat je kan gebruiken om de broers en zussen van een kind met een handicap op te voeden. We proberen gewoon ons best te doen.’ – Mieke, het moeke van Wout – Uit: Ouderschap onder druk ()
#Leestip – De Belie, Erik en Van Hove, Geert. Ouderschap onder druk. Ouders en hun kind met een verstandelijke beperking. (2015) Garant Uitgevers. ISBN :9789044116748